Je kent het wel: tegen het nieuwe jaar komen er weer goede voornemens om de hoek kijken. Volgend jaar ga ik echt… Of een challenge om af te vallen, gezonder te eten, meer te bewegen, enzovoort enzovoort. En toch… vaak houden we het maar kort vol en haken we teleurgesteld af. Hoe komt dat toch? En kan het ook op een manier die wél stand houdt? In dit blog ontrafelen we alles rond goede voornemens én verklap ik je een veelal goed bewaard geheim: een betere tijd om goede voornemens te maken…
Waarom maken we goede voornemens?
Het maken van goede voornemens blijkt een universele gewoonte te zijn. We reflecteren op het jaar dat achter ons ligt. We kijken terug op alles wat goed ging, waar we blij mee zijn, maar ook op moeilijke en verdrietige momenten. Vaak komt er dan ook een conclusie dat we dingen willen veranderen, verbeteren. We nemen ons voor: dat gaan we anders doen. Het gaat dus om gedragsveranderingen. Een nieuw jaar is dan voor veel mensen een natuurlijk startmoment. Zoiets van ‘nieuwe ronde, nieuwe kansen’, met de vaak onbewuste overtuiging dat we daar gelukkiger door worden. Die gewoonte is al heel oud: al vele, vele jaren geleden deden de Babyloniërs bij het begin van het nieuwe jaar geloften aan hun goden.
De zin en onzin van goede voornemens
Het maken van goede voornemens kan heel zinvol zijn. Het zijn meestal doelen die je voor jezelf stelt. Vaak gaat het om gedragsveranderingen op gebied van gezondheid en leefstijl: gezonder eten, eerder naar bed, afvallen, minder stress, meer tijd met het gezin enz. Het kan verschillende achtergrond hebben:
- Je kunt het zien als een nieuwe, frisse start. Dat kan een heel licht gevoel geven.
- Daarmee is verbonden dat goede voornemens hoop en optimisme geven.
- Goede voornemens voorzien in de behoefte tot zelfverbetering: groei en ontwikkeling.
- Het kan een bron van motivatie zijn. Je werkt ergens naar toe en goede voornemens helpen om geconcentreerd te blijven op je doelen.
Helaas houden maar weinig mensen hun goede voornemens gedurende langere tijd vol. En dat betekent dat voor velen van ons goede voornemens tegelijk ook enigszins onzinnig zijn: ‘Kijken hoe lang ik het nu weer volhoud’.
Hoe komt het dat we vaak goede voornemens niet volhouden?
De praktijk en onderzoeken laten zien dat rond 17 januari de meeste goede voornemens al verbleekt zijn. Voor die datum is zelfs een naam bedacht: Quitter’s day’. Maar hoe komt het dat het zo moeilijk is om goede voornemens vast te houden? Daar zijn wel een aantal redenen voor aan te wijzen. Ik noem er enkele.
- Je voornemens zijn te hoog gegrepen. Dat leidt tot ontmoediging. Als je bijvoorbeeld tot doel hebt om elke dag te gaan sporten en het lukt maar 3 dagen in de week kun je teleurgesteld raken in jezelf met als gevolg dat je helemaal stopt.
- Misschien heb je teveel goede voornemens tegelijk gemaakt. Daardoor raak je de focus kwijt.
- Als je goede voornemens niet concreet genoeg zijn of te breed is het lastig om er invulling aan te geven. Een doel als ‘gezonder leven’ heeft zoveel aspecten in zich, dat je niet weet waar je beginnen moet.
- Ik noemde al dat het bij goede voornemens gaat om gedragsverandering. Dat is een heel proces en het is één van de moeilijkste dingen om vaste patronen te doorbreken. Ons brein houdt van de automatische piloot. Dat is vertrouwd, makkelijk en efficiënt. Het veranderen van die bekende paadjes roept weerstand op en het voelt ongemakkelijk. In eerste instantie ga je aan de slag op wilskracht en enthousiasme, maar dat kun je niet lang volhouden. Na het eerste enthousiasme heb je meer nodig dan alleen wislkracht.
- Gebrek aan diepere motivatie. Bij een gedragsverandering is het belangrijk om goed te weten waarom je iets wilt. Dan kan het helpen om aan jezelf te vragen waarom je iets wilt. En als je daar het antwoord op hebt, vraag je dat nog een keer en tot slot nog een derde keer. Dan kom je bij je echte, diepe motief terecht. Bijvoorbeeld: je wilt afvallen. Waarom wil je dat? Omdat ik dan gezonder word. En waarom wil je gezonder worden? Dan kan ik met mijn kleinkinderen spelen en hen op zien groeien.
- Gebrek aan discipline. Juist bij tegenslagen is het belangrijk om door te zetten. Als je dan je motivatie weet, heb je ook meer discipline (intrinsieke motivatie) om door te zetten.
- Verwachtingen die te hoog gespannen zijn. Het is een valkuil om te verwachten dat we in een korte tijd heel onze levensstijl kunnen veranderen of grote veranderingen kunnen bewerkstelligen. Gedragsverandering kost echter tijd. Als je te hoge verwachtingen hebt kan dit zorgen voor teleurstelling.
- Alles of niets doen. Als je je een keer niet aan je plan houdt, kan dat ertoe leiden dat je denkt: Het is nu toch al verpest, dus laat maar. Of: Zie je wel, ik kan het niet, ik stop ermee.
Wat is een goed moment om goede voornemens te maken?
1 januari is bij uitstek het moment om goede voornemens te maken. Tenminste, in de praktijk is dat het moment dat we uitkiezen. Toch is het de vraag of dat wel het beste moment is. Als we kijken naar de natuur is de winter een periode van rust. In de lente ontluikt alles in nieuwe kracht. Ook voor ons als mensen is de winter een rusttijd. De dagen zijn korter en kouder, specifiek een tijd voor rust. Daarom kan het begin van de lente ook een heel geschikt moment zijn voor goede voornemens en nieuwe doelen, als zaadjes om te planten in de moestuin van je leven. Misschien speelt dit ook mee in het mislukken van veel goede voornemens rond de jaarwisseling. Wellicht eens iets om dit jaar rekening mee te houden bij het maken van goede voornemens? Natuurlijk kun je de eerste maanden van het jaar al wél gebruiken om je goed voor te bereiden.
Wat kan helpen om goede voornemens te laten slagen?
Bij het laten slagen van goede voornemens zijn er een heel aantal elementen die je daarbij kunnen helpen. Ik zet er een aantal voor je op een rij.
- Houd je motivatie scherp, zoals ik hierboven al noemde. Bevraag jezelf waarom je iets wilt en ook dat antwoord weer bevragen: Waarom? Schrijf dat op of maak er een plaatje van en hang dat ergens op, zodat je steeds weer aan je motivatie herinnerd wordt.
- Formuleer je doel concreet (specifiek), meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden (SMART). Dit kan even puzzelen zijn, maar het helpt om je voornemens te laten slagen. Als een doel niet concreet is, hoe moet je dan de weg ernaartoe vormgeven? Een voorbeeld: ‘Gezonder eten’ is niet concreet. Omschrijf daarom wat jij ermee bedoelt, welke verandering dit voor jou betekent, bijvoorbeeld: ‘Bij elke maaltijd groenten of fruit eten’.
- Deel je doel op in kleinere doelen, bijvoorbeeld per maand of 2 maanden. Hierdoor word je niet overweldigd door een te groot doel dat onbereikbaar lijkt.
- Zoek naar routines om gewoontes in te laten slijten. Alles wat je op routine doet kost veel minder tot geen energie. Bijvoorbeeld: Drink direct na het opstaan een glas water. Laat dit net zo bij je ochtendroutine horen als douchen en aankleden. Dit soort kleine veranderingen kunnen grote impact hebben.
- Sowieso kunnen kleine stappen groot resultaat hebben. Denk aan een ijsblokje in een ijskoude ruimte. Dat is en blijft ijs, maar als je ieder uur de temperatuur een graad laat oplopen, merk je dat niet als je erin zit. Toch zal op een gegeven moment dat ijsblokje smelten. Een ander voorbeeld: als je elke dag 10 bladzijden leest, kun je een aantal boeken per jaar lezen. Onderschat dus de impact van kleine stapjes niet!
- Houd er daarbij wel rekening mee dat gewoontevorming tijd kost. Hoeveel tijd? Daarover verschillen de onderzoeken. In ieder geval 21 dagen, maar sommige onderzoeken spreken van zelfs 90 dagen. Geef de moed dus niet te snel op!
- Vraag steun aan de omgeving en/of onderneem samen activiteiten.
- Verander niet in één keer je hele eetpatroon én levensstijl. Ons brein houdt niet van verandering. Als je ineens veel en rigoreus verandert, heb je grote kans dat ons brein in de weerstand gaat en er snel de brui aan geeft. Als je het langzaamaan uitbreidt, zal je brein dat veel beter kunnen hanteren. Overigens werkt het vaak wél heel goed om in één keer te stoppen met ongezonde of slechte gewoontes, zoals roken. Het opbouwen van nieuwe gewoontes kun je stapsgewijs doen.
- Bedenk waar en wanneer er moeilijke momenten zijn. Maak daar een plan voor en visualiseer dat. Ons brein kan geen onderscheid maken tussen de werkelijkheid en een visualisatie. Dus als je het visualiseert wat je gaat doen op een moeilijk moment heb je het als het ware al een keer meegemaakt en is het veel makkelijker om je aan je plan te houden.
- Vier je successen.
- Leer van tegenslagen. Lukt het een keer niet om je te houden aan je plan? Onderzoek dan wat de oorzaak was en hoe je in het vervolg daar anders mee om kunt gaan.
- Maak het leuk. Bijvoorbeeld: neem fijne muziek mee tijdens je wandeling. Als een nieuwe gewoonte fijn is, helpt dat om je plan vol te houden.
Wat heeft de EetLijn Methode betekenen bij goede voornemens rond je gezondheid?
Als je graag wilt werken aan je gezondheid en je gewicht is de EetLijn Methode een uitgelezen tool. Het heeft veel van de genoemde elementen in zich. Je werkt systematisch aan een betere gezondheid, waarbij je je eigen specifieke doelen kunt hebben. Je krijgt steun van je coach, met wie je ook regelmatig evalueert en successen viert. Als het nodig is kun je samen het programma aanpassen en bijsturen. Op moeilijke momenten is je coach bereikbaar en een speciale Facebook groep laat je voelen dat je er niet alleen voor staat. Je krijgt de tijd om de nieuwe gewoontes je eigen te maken: 12 weken lang met informatie en oefening. Het programma is overzichtelijk; de praktijk leert dat het makkelijk vol te houden is. Met als resultaat: een betere gezondheid en gewicht. Overweeg dit eens serieus als je te maken hebt met chronische gezondheidsuitdagingen en wellicht al vele jaren van goede voornemens die toch weer mislukten. De EetLijn Methode is een enorme steun in de rug. Het enige risico wat je eigenlijk loopt, is dat je er GEZOND(er) van wordt. Daar zou ik het persoonlijk niet voor laten.
Wil je meer weten over de EetLijn Methode? Stuur dan een mailtje naar nettie.bom@deeetlijn.nl en er wordt contact met je opgenomen.




