De alvleesklier is een belangrijk orgaan. Toch hebben we het er niet zo vaak over. Het meest bekend is hij vanwege de insuline productie. Maar hij heeft meer taken. Er is veel wat je zelf kunt doen om de alvleesklier te ondersteunen. In dit blog ga ik dieper in op de functies van de alvleesklier en wat je kunt doen om ‘m gezond te houden.
Wat is de alvleesklier?
Onze alvleesklier heeft de mooie Latijnse naam pancreas. Hij bevindt zich boven in de buikholte, achter de maag en onder de lever. Hij is lang en smal, als een uitgerekte waterdruppel, met aan de ene kant een ronde kop en aan de andere kant een puntige vorm, de staart.
Welke taken heeft de alvleesklier?
De alvleesklier heeft verschillende taken die een directe link hebben met onze vitaliteit. De belangrijkste licht ik eruit.
- In de alvleesklier zitten groepjes cellen, de eilandjes van Langerhans. Zij produceren de hormonen insuline en glucagon. Insuline verlaagt je bloedsuikerspiegel, glucagon zorgt er juist voor dat deze stijgt. Als je koolhydraten eet, worden die in het spijsverteringsproces afgebroken tot glucose. Om te zorgen dat deze glucose -als brandstof- de cellen in kan, is er insuline nodig. Dit is als het ware de sleutel om de cellen te openen, zodat de glucose erin kan en gebruikt kan worden. Alles rond de insulineproductie is de endocriene functie (hormoonfunctie).
- Ook speelt de alvleesklier een belangrijke rol bij de spijsvertering door de spijsverteringsenzymen die hij aanmaakt. Deze spijsverteringssappen komen in de dunne darm terecht. Daar zorgen ze ervoor dat de voeding die je eet in kleine stukjes afgebroken wordt. Het gaat daarbij om zowel koolhydraten als eiwitten en vetten. Zo kunnen de voedingsstoffen in het bloed opgenomen worden en vervolgens in de cellen komen. Normaal gesproken produceert de alvleesklier wel een liter spijsverteringssappen per dag. Deze taak van de alvleesklier is de exocriene functie (afscheiden van stoffen in het lichaam via afvoerkanalen).
Wat kan er mis gaan met de alvleesklier?
Beide taken van de alvleesklier kunnen verstoord raken. Ook kan de alvleesklier zelf ziek worden. Er zijn verschillende aandoeningen van de alvleesklier. Sommige zijn zeer ernstig, kunnen zeer progressief zijn en een slechte prognose geven. Andere aandoeningen kun je zelf beïnvloeden of zitten er ergens tussenin. Ik noem de belangrijkste.
1. Alvleesklierontsteking
Alvleesklierontsteking (pancreatitis) kan zowel acuut als chronisch zijn:
- Bij acute alvleesklierontsteking blijven de enzymen die geproduceerd worden in de alvleesklier hangen. Ze komen dus niet vrij om hun taak te kunnen doen. Dit is een ernstig ziektebeeld waarbij medische zorg noodzakelijk is. De alvleesklier gaat opzwellen en ontsteken. De spijsvertering vertraagt, er ontstaat een stekende pijn en nog meer symptomen, zoals een pijnlijke, gezwollen bovenbuik, misselijkheid, braken, verhoogde hartslag, koorts, problemen met ademhalen en algehele malaise.
- Chronische alvleesklierontsteking varieert per persoon in ernst en frequentie van de symptomen, zoals misselijkheid, gewichtsverlies, diarree, stinkende ontlasting, buikpijn. Meestal verergeren de symptomen na het eten van een vetrijke maaltijd en het drinken van alcohol. Als de ontsteking blijft, wordt er ook littekenweefsel gevormd in de alvleesklier. Dit geeft beschadiging waardoor de kans op andere aandoeningen van de alvleesklier toeneemt (zoals diabetes en alvleesklierkanker) en kunnen er voedingstekorten komen.
De aandoening alvleesklierontsteking kan heel verschillende oorzaken hebben, zoals galstenen, operaties in het gebied van de alvleesklier, bepaalde medicatie (o.a. corticosteroïden, NSAID’s, sommige antibiotica), roken, taaislijmziekte, hoge calciumspiegel in het bloed, hoge triglyceriden (vetten) niveau in het bloed, infecties (bv hepatitis, Epstein Barr, Rubella), trauma aan de buik, tekort aan voedingsstoffen als vitamine A, C, E, selenium en carotenoïden.
2. Alvleesklierkanker
Alvleesklierkanker is een zeer ernstig en progressief ziektebeeld. Het verloopt vaak heel snel en er is nog steeds, ondanks intensief onderzoek, weinig te doen in behandeling.
3. Diabetes
Diabetes, de verstoring van de insulinehuishouding, kent ook verschillende vormen:
- Als eerste type 1. Dit is een auto-immuunziekte. Het kan op jonge leeftijd ontstaan, maar ook pas later in het leven. Het lichaam valt de eigen cellen waar insuline geproduceerd wordt, aan. Zodoende is er geen insulineproductie meer. Symptomen kunnen o.a. zijn: veel dorst en veel plassen, onverklaard gewichtsverlies, wazig zijn, algehele malaise.
- Ten tweede type 2, die heette vroeger ‘ouderdomsdiabetes’ maar komt op steeds jongere leeftijd voor. Het is meestal het gevolg van langdurig en vaak veel koolhydraatrijke voeding eten. Bovendien zijn er medicijnen die diabetes type 2 kunnen veroorzaken. Deze vorm van diabetes ontstaat doordat de cellen ongevoelig worden voor insuline (insulineresistentie). Reden is dat er te vaak en te veel glucose in het bloed zit, waarop de alvleesklier vaak en veel insuline aanmaakt. De ‘deurtjes’ op de cellen worden als het ware lam, zodat ze niet meer open kunnen. Diabetes type 2 heeft vaak heel veel gevolgen.
- Tot slot type 3. Het bijzondere is dat er bij een hoge bloedsuikerspiegel meer insuline aangemaakt wordt en meer insuline in het bloed komt. De grote hoeveelheid glucose komt ook in de hersenen, maar daar neemt de hoeveelheid insuline af. Te veel glucose is toxisch voor de hersenen. Dit kan leiden tot het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Daarom wordt Alzheimer ook wel diabetes type 3 genoemd.
4. Hypoglycaemie
Hypoglycaemie zou je kunnen zien als een voorstadium van diabetes type 2. Door een hoge bloedsuikerspiegel produceert de alvleesklier een overmatig grote hoeveelheid insuline of blijft insuline produceren, waardoor de bloedsuikerspiegel te sterk daalt. In dit blog kun je er meer over lezen: https://www.deeetlijn.nl/hypoglykemie-zonder-diabetes-vervelend-maar-makkelijk-te-verhelpen-met-deze-tips-voor-voeding-en-leefstijl/
Welke andere signalen kunnen erop wijzen dat je alvleesklier mogelijk niet goed functioneert?
Er zijn nog meer symptomen die je kunt ervaren als je alvleesklier niet goed werkt. Echter, dezelfde symptomen kunnen ook andere oorzaken hebben. Het is vaak een puzzel om erachter te komen waar precies het probleem zit. Maar het kan wel een aanduiding zijn. Je kunt dan denken aan:
- Gisting na het eten van koolhydraten door te weinig enzymen.
- Rottende geur van de ontlasting door te weinig enzymen die eiwitten verteren.
- Vettige of schuimende ontlasting door gebrek aan voldoende vetverterende enzymen.
- Niet lekker in je vel zitten doordat de enzymen die zorgen voor de splitsing van eiwitten niet goed functioneren. Zo kunnen de aminozuren die van belang zijn voor de samenstelling van neurotransmitters en hormonen als (serotonine, dopamine en melatonine en GABA) niet voldoende vrij komen.
- Tekorten aan vitamines en mineralen doordat de opname hiervan alleen kan plaatsvinden als de omstandigheden in het spijsverteringskanaal optimaal zijn. Als vetten niet goed verteerd kunnen worden, kan dit gevolgen hebben voor de opname van de vetoplosbare vitamines A, D, E en K.
- Onverteerde voedselresten in je ontlasting.
15 tips om de alvleesklier gezond te houden
Alle reden dus om goed voor je alvleesklier te zorgen. Alhoewel niet alles is te voorkomen, kun je gelukkig met voeding en leefstijl heel veel doen. Zodoende kun je zowel de spijsverteringsfunctie (exocriene) als de hormoonfunctie (endocrien) ondersteunen. Ik geef je een aantal tips om direct toe te passen.
- Eet koolhydraatbewust. Vermijd sowieso snelle (geraffineerde) koolhydraten in suiker, brood, pasta, rijst, granen enz. Eet laag glycemisch.
- Beperk het aantal eetmomenten, loop dus niet de hele dag te ‘grazen’. Want elk eetmoment doet een beroep op je alvleesklier. Overweeg intermittent fasting, waarbij er minstens 14 uur tussen de laatste hap en de eerste hap van de volgende dag zit. Zo krijgt je spijsvertering (en dus ook je alvleesklier) rust.
- Eet je calorieën, drink ze niet. Want sapjes zijn vaak suikerbommen, zonder vezels. Zorg in ieder geval dat er iets te kauwen is.
- Vermijd alcohol, roken en een overmaat aan cafeïne.
- Eet geen tarwe, soja, niet gefermenteerde zuivel en kunstmatige zoetstoffen, gefrituurd voedsel en transvetten. Melk bevat een stof die de aanmaak van insuline bevorderen (IGF-1) én schade kan veroorzaken aan de Beta cellen van de alvleesklier en zodoende en hoger risico op diabetes geven.
- Eet voldoende eiwitten, met de nadruk op plantaardige eiwitten.
- Ook kruiden en specerijen (zoals zwarte peper, rozemarijn en kurkuma) kunnen je alvleesklier ondersteunen.
- Eet een variatie aan gekookte én rauwe groenten. Rauwkost bevat enzymen die je spijsvertering ondersteunen.
- Kauw goed. Zo kunnen de spijsverteringsenzymen beter en sneller hun werk doen.
- Beweeg elke dag, omdat dit een positief effect heeft op je bloedsuikerspiegel.
- Eet gevarieerd zodat je voldoende vitamines en mineralen binnen krijgt, zoals zink, chroom, mangaan, magnesium, selenium en B vitamines. Dit is nodig om een adequate hoeveelheid insuline te waarborgen.
- Zorg voor vooral basische voeding (groente, fruit, kruiden, kiemen, noten en zaden) omdat de spijsverteringsenzymen gebaat zijn bij een optimale pH in ons lichaam. Dus ook stress vermijden!
- Als eiwitten zwaar vallen, kun je na de maaltijd een stukje papaja, ananas (vers, met hart) of kiwi na de maaltijd eten, omdat deze eiwitsplitsende enzymen bevatten.
- Eet beschermende stoffen (antioxidanten) uit olijven, kruiden, kruisbloemige groenten, paddenstoelen, walnoten o.a. Deze kunnen helpen beschermen tegen pancreatitis.
- Zorg goed voor je darmen.
Wat kan de EetLijn Methode betekenen voor je alvleesklier?
Als je beter voor je alvleesklier wilt (gaan) zorgen, is de EetLijn Methode een totaal pakket om beide taken van de alvleesklier én de spijsvertering te ondersteunen. Je wordt er alleen maar GEZOND(er) van!
Heb je belangstelling voor de EetLijn Methode? Stuur dan een mailtje naar nettie.bom@deeetlijn.nl en er wordt contact met je opgenomen.